De Rota Vicentina strekt zich uit over – schrik niet – bijna 400 km langs een van de mooiste en best bewaarde kustgebieden van Europa. Er zijn twee hoofdroutes en acht wandelroutes voor de dagjesmensen, waarbij je aan het einde van de tocht weer op het beginpunt uitkomt, om je te vergapen aan de prachtige natuur en het landschap.

De ‘historische weg’, met 260 km, is de langste route en loopt helemaal van Santiago do Cacém in de Alentejo naar de Kaap van São Vicente, de uiterste westpunt van de Algarve. Het is een route die bestaat uit 13 etappes door bospaden, steden en dorpen met een eeuwenlange geschiedenis, en je kan hem niet alleen te voet maar ook op de fiets doen.

Het ‘visserspad’ loopt van Porto Covo naar de Kaap van São Vicente, via paden die toegang geven tot stranden en visgebieden. De ruim 220 km zijn onderverdeeld in 13 behapbare stukken die elk op 1 dag gelopen kunnen worden. Alle etappes zijn korter dan 25 km, en je hoeft uiteraard niet het hele pad in 1 keer uit te lopen; maak er een pelgrimage over meerdere jaren van.

Onderweg geniet je volop van het landschap en waardeer je de verrassingen die de natuur te bieden heeft, zoals wilde bloemen, de geur van kruiden in de koelte van de ochtend en de kleurrijke vlinders. Heb je meer tijd, hou je rustig en neem de verrekijker om zeearenden, haviken, valken, wouwen en ooievaars te spotten.

Op de website https://rotavicentina.com vind je meer informatie (in het Portugees, Engels en Frans) over de route, de etappes en de mogelijkheden om te overnachten. Er bestaat ook de mogelijkheid om je bagage te laten transporteren. Zo kun je lekker licht op pad, en beschik je aan het eind van de dag over alles wat je nodig hebt.

Foto © Rota Vicentina

De mooiste etappe?
Die van Carrapateira naar Vila do Bispo, over ruim 20 km. Hier geniet je van de landschappen waarin de bergen naar de kust overgaan en op het strand uitkomen. Kliffen, berghellingen, beekjes, vlakke stukken en diepe valleien vormen het landschap. Op weg naar het binnenland, richting de dorpjes Vilarinha en Pedralva, zie je de wilg, es en Portugese eik. Op de drogere hellingen, de kurkeik, de steeneik, de dennen en de olijfbomen. Op de steilste hellingen geniet je van de ongerepte natuur, die praktisch onaangetast is door de mens.