Vrijwel overal in de Algarve zie je het Monchique-gebergte hoog boven het landschap uittorenen. Het gebergte strekt zich uit van het westen tot het oosten van de Algarve. Monchique zelf is een typisch bergdorp met nog geen 3000 inwoners. Het staat bekend om de productie van olijfolie, wol en medronho, het lokale vuurwater.

Het kleine, rustige kuuroord Caldas de Monchique ligt verscholen in een steile beboste vallei vol kastanjebomen, kurkeiken, eucalyptusbomen en pijnbomen. In de Romeinse tijd heette het gebied Mons Cicus dat is verbasterd tot Monchique. Caldas betekent warme bron. De waterbron produceert ongeveer 20 miljoen liter water per jaar, met een temperatuur van zo’n 32 graden. Je kunt het water gratis proeven en het smaakt een beetje naar zwavel. Men beweert dat het helpt om reumatische aandoeningen te genezen.

Foia
Op de top van de berg waar ook Monchique ligt vind je Foia, het hoogste punt in de Algarve. Van deze 902 meter hoge plaats kun je werkelijk tientallen kilometers ver kijken. Faro, Albufeira, Lagos en een groot deel van de westkust zijn, bij helder weer, vanaf dit punt te zien. Wanneer je van je bezoek aan Foia terugkeert naar je hotel, kun je overwegen een alternatieve route te nemen. Wanneer je ten oosten van Portimão verblijft, kun je even ten zuiden van Monchique linksaf slaan richting São Brás de Alportel. Deze weg voert door een adembenemend landschap. Verblijf je ten westen van Portimão, neem dan bij de granietzagerij de afslag rechts richting Aljezur. Vanaf Aljezur kun je dan weer naar het zuiden.