Ruim 80% van de Portugezen (ok, nu even niet natuurlijk) drinkt z´n koffie buiten de deur. Waarom? Omdat de koffie in het café veel lekkerder is. De ‘normale’ koffie is namelijk een espresso, en een lekkere espresso maken is nog niet zo makkelijk. Het begint natuurlijk met een goede kwaliteit koffiebonen. Die moeten precies goed gemalen worden, niet te grof en niet te fijn. Hoe smaakvol de espresso uiteindelijk wordt, hangt af van de hoeveelheid water én de druk waaronder het water door de gemalen bonen geperst wordt. Uiteraard wordt het brouwsel geserveerd in een voorverwarmd, keramisch, kopje.
De Portugees houdt over het algemeen van een sterk bakje koffie. Niet zo sterk als in Italië, waar het koffielepeltje verticaal in de minimale hoeveelheid drab blijft staan, maar een stuk sterker dan we in Nederland en België gewend zijn. Koffie is hier in allerlei soorten en maten te krijgen.
Café, ofwel Bica
De espresso wordt geserveerd in een piepklein kopje, normaal ongeveer halfvol. Heb je je Bica (spreek uit bieka) of Café (spreek uit kaffè) liever wat sterker, vraag dan om een Café of Bica Curta (een zuinig kopje, minder water dus). Een wat slapper bakje kan natuurlijk ook, vraag dan om een Café Cheio of Bica Cheia (een vol kopje).
Abatanado en Café Duplo
Is een slappe espresso toch nog te straf, probeer dan een Abatanado (zoiets als een Americano). Voor dit brouwsel wordt dezelfde hoeveelheid koffiebonen gebruikt als de Espresso, maar met twee keer zoveel water. Was de smaak van de ‘normale’ espresso perfect, maar gewoon een beetje weinig? De Café Duplo biedt uitkomst: twee espresso’s in een kopje.
Koffie met melk
Wie vraagt om een Café com Leite (spreek uit kaffè kong leiteh) krijgt koffie met melk in een wat grotere koffiekop. Café au lait of caffè latte noemt men hier Galão (spreek uit khalauw). Standaard geserveerd in een hoog glas. De kleinere uitvoering is een Garoto (spreek uit kharotoe).