Portugees is de moedertaal voor zo´n 200 miljoen mensen. Het is de officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Guinee-Bissau, São Tomé en Principe, Oost-Timor, Kaapverdië, Mozambique, en gebieden zoals Goa en Malakka. Op steeds meer plekken in Portugal, en zeker in de Algarve waar het toerisme zeer belangrijk is, kan je je in het Engels redden. Toch vinden de meeste Portugezen het erg leuk als je – een beetje – Portugees spreekt.
Wil je je écht verstaanbaar kunnen maken, dan kan je beter een van de vele taalgidsen aanschaffen, maar op deze pagina vind je wat woorden en zinnetjes die je ongetwijfeld van pas zullen komen. De uitspraak staat erbij.
Ik spreek geen Portugees.
Não falo Português.
naung fa-loe por-toe-gheesj
Spreek je Engels / Frans?
Fala Inglês / Francês?
fa-la ieng-ghleesj / fran-seesj
Ik snap het niet.
Não entendi.
naung in-ten-die
Wat?
Como?
ko-moe?
Kunt u dat nog eens zeggen?
Repita por favor!
Ruh-pie-ta poer fa-voor
Langzamer alsjeblieft!
Mais devagar, por favor!
maisj duh-va-ghaar poer fa-voor